De Kaiyo Maru werd terug in Japan in 1867 het vlaggeschip van de vloot van de Shogun en een van de "Leidse" officieren, Enomoto, werd viceadmiraal van de vloot. In 1868 werd de Shogun afgezet en de Keizer in zijn macht hersteld: de Meiji Restauratie. Dit leidde tot een burgeroorlog.
Enemoto koos partij voor de Shogun en nam het schip mee naar Hokkaido. Daar is het in een storm aan de grond gelopen en gezonken. Enomoto werd president van de tegenregering (de Ezu republiek op Hokkaido) die maar een kort leven beschoren was. Het werd hem vergeven en heeft het onder de Meiji regering nog tot minister van Buitenlandse Zaken geschopt. De restanten van de Kayo Maru zijn nu een toeristische attractie in Esashi (Hokkaido)
In 1863 werd door de Japanse Shogun regering een delegatie "studenten" naar Nederland (Leiden) gezonden. Destudenten waren (samurai) marine officieren (w.o. 2 artsen), onderofficieren en een aantal ambachtslieden Hun opdracht was de bouw van een door de Japanners in Nederland besteld oorlogsschip (Kaiyo Maru) te bestuderen en op allerlei terreinen Westerse kennis op te doen. De leider van de delegatie was Uchida Tsunejiro ( Masao) (zie hiernaast) De jonge Japanners trokken veel bekijks in Leiden want ze liepen rond in Samurai kleding- en haardracht. Er ontstonden zelfs oploopjes voor hun hotel de Zon in de Breestraat. De studenten beheersten de Nederlandse taal en volgden hier opleidingen op hun vakgebied. Leidse hoogleraren gaven hen prive lessen. De technici liepen stage op Leidse fabrieken en werkplaatsen. Het waren leergierige en ijverige studenten. Naast hun studie volgden ze de bouw van het oorlogsschip op een werf in Dordrecht. De Japanners hebben een ruim 2 jaar In nederland doorgebracht. Uchida Tsunejiro en de overige officieren gingen in Den Haag wonen. De artsen gingen in Amsterdam studeren.De technici bleven in Leiden. Na enige tijd gingen ze zich ook Westers kleden en pasten hun haardracht aan. Dat ging niet vanzelf.De delegatieleider Uchida verzette zich daar lang tegen omdat ze beloofd hadden in het buitenland de Japanse gewoonten in ere te houden. Maar het vele bekijks dat ze hadden belemmerde hen in hun bewegingsvrijheid en hinderde hun missie. Naast hun studie en werk orienteerden ze zich breed op de Nederlandse samenleving. Zo heeft Uchida zich ook georienteerd op de Nederlandse schilderkunst en een collectie Nederlandse olie- en waterverf schilderijen verzameld en meegenomen naar Japan. In 1866 is de afgebouwde Kaiyo Maru met een Nederlandse marine kapitein en bemanning naar Japan gevaren. Uchida en zijn mannen zijn als passagiers aan boord van de Kaiyo Maru terug gereisd naar Japan. Het is dus zeer waarschijnlijk dat de collectie Nederlandse schilderijen met de Kaiyo Maru naar Japan is gebracht. Daar zijn ze onder ogen gekomen van de Japanse kunstschilder en olieverfpionier Takahashi Yuichi, die naarstig op zoek was naar authentieke Westerse olieverfschilderijen.