schapen in de sneeuw
Het is winter, het vriest en er ligt sneeuw. De schapen moeten meer moeite doen om voedsel te vinden. Daarom worden ze bijgevoerd met hooi. Het zijn fijnproevers. Ze ruiken eerst aan het hooi en plukken zorgvuldig de lekkerste stukjes er uit. In de wei liggen veel takken van knotwilgen. Daar zijn ze gek op. Ze schillen de bast van de takken van de geknotte wilgen helemaal kaal en zijn ook gek op de dunne twijgjes. De dikke vacht beschermt de schapen tegen de kou , overdag en 's nachts liggen ze in de sneeuw te rusten. In de zomerzon zijn de schapen erg wit maar in de winter zijn ze opeens anders van kleur en tekenen ze gelig af tegen de witte sneeuw. Het is een romantisch beeld en daar wisten Engelse landschapsschilders in de Victoriaanse 19e eeuw wel raad mee. Sir Ernest Albert Waterlow (1850-1919) was een van die Victoriaanse landschapsschilders die het Engelse platteland en boerenleven op een romantische wijze weergaf. Hij is er voor in de adelstand verheven.